Wat voor etnografica verzamelen wij? Ik denk dat vrijwel niemand zal zeggen: mooie kopieën! Dus verzamelen we ‘echte’ stukken, die wij mooi vinden, die ons ‘wat doen’. Maar wat is echt en wat is vals? De grens daartussen is vaak vaag. Is het niet zo oude masker dat ik zelf heb zien dansen, dat ook optrad bij een (tweede) begrafenis, en dat ik ter plaatse kocht echt? Het heeft gedanst en dat is toch een criterium voor echtheid; en bovendien zal het ook wel ter plaatse gemaakt zijn. Is het beeld, dat tot voor kort als fetish werd gebruikt, maar niet echt oud is, en mogelijk op details afwijkt van een ‘klassiek’ beeld, echt? Er kunnen allerlei overgangsvormen zijn want de cultuur van de stam is in beweging.
Wie kan eigenlijk beoordelen of een stuk ‘echt’ is. Er bestaat immers een enorm grote variëteit aan etnografica, er zijn zoveel stammen en stijlen, dat het erg moeilijk is ze niet alleen te herkennen, maar ook nog eens te kunnen beoordelen op hun echtheid.
Dus wat moet ik doen als een stuk wil kopen? Waarbij dan nog komt, dat als u ‘verliefd’ wordt op een stuk, u misschien niet meer de benodigde objectiviteit heeft om het goed te beoordelen. Het wordt een gevoelskwestie. Dus dan maar een second opinion vragen, iets wat misschien wel uw partner doen kan? Of de nodige bedenktijd vragen?
Natuurlijk kunt u naar een ‘goede’ galerie gaan, een vertrouwd adres. Daar heeft u ook garantie; daar betaalt u uiteindelijk ook voor. Daar kunt u veelal het stuk omruilen voor een ander stuk, zeker als u binnen redelijke tijd (1/2 jaar tot een jaar?) terugkomt.
Naast het punt van ‘echtheid’ is er ook het kwaliteitsaspect. U vindt het stuk mooi, maar is dan objectief gezien de kwaliteit ook goed? En dat in verhouding tot de te betalen prijs? Wie beoordeelt de kwaliteit? In eerste instantie uzelf. Misschien vindt u het mooi omdat u geen goed vergelijkingsmateriaal heeft: hoeveel goede stukken, vergelijkbaar met het te kopen object heeft u gezien, in handen gehad? Is uw smaakgevoel wat betreft de kwaliteit al voldoende ontwikkeld? Dat kan jaren van studie kosten. Heeft u naslagwerken bestudeerd, en veilingcatalogi met de lijsten van de verkoopopbrengsten? Wie doet dat allemaal?
En toch willen we echte, en ‘mooie’ stukken bezitten. Dat blijkt vaak moeilijk als uw budget beperkt is.
Of gaat u om de liefde voor die cultuur, daar iets van te proeven, van de sfeer en minder om de esthetische kwaliteit?
Met het kwaliteitsprobleem kunnen we geconfronteerd worden, bijv. als we willen meedoen aan een expositie, want daar wil men vrijwel altijd het mooiste en beste laten zien. Dat is voor de geïnteresseerde, veel interessanter. Alleen verzamelaars of cultuurproevers kunnen ‘gewone’ stukken ook interessant vinden om te zien. We zien dan dat de (deskundige) selectiecommissie uit onze verzameling niets of vrijwel niets kiest, en impliciet aangeeft, dat zij bij andere verzamelaars stukken hebben gezien, die zij beter geschikt vindt om te tonen. En dat terwijl wij zo zorgvuldig mooie stukken verzameld hebben. Natuurlijk kunnen we dan de vraag opwerpen of de selecteurs wel deskundig zijn? Maar daar zijn we er niet mee, want we willen toch trots zijn op onze stukken, denk ik zo.
Of willen we concessies doen? De ‘echt goede’ stukken zijn duur. Dan kunt u slechts met (zeer) lange tussenpozen iets kopen. Dat is ook moeilijk voor een verzamelaar. En, het is ook spannend om ‘koopjes’ te vinden en te laten zien, en misschien na enige tijd weer te verkopen. En als het dan eens fout gaat, kost het ook niet zoveel geld. Het vinden van interessante stukken kan een ‘kick’ geven.
We staan dus voor een aantal keuzes bij het verzamelen en ieder zal zijn eigen keus moeten maken.
Ik koos ervoor om de prioriteit te leggen bij de kwaliteit, veel boeken te verwerven, te kopen bij door mij vertrouwde adressen en mij dan (meestal) te beperken tot kleine stukken (in centimeters) en kon zo toch een verzameling vormen.
Hoe kiest u?
Dick