Bibliotheek van de V.V.E: de Dr. Richard Gunkel bibliotheek

**Bibliotheek dr. Richard Gunkel

Op onze laatste A.L.V. kwam er een vraag over de “bibliotheek van de vereniging”.
Dick Broer is op zoek gegaan in de oude Nieuwsbrieven en heeft uit de informatie die hij daar vond een lijst samengesteld. Deze lijst is te vinden op onze website onder de naam: Bibliotheek van de V.V.E.
De bibliotheek is ondergebracht bij Kathy van der Pas en Steven van de Raadt van galerie African Art in Rotterdam. Steven schrijft: de van Gunkel bibliotheek is opgenomen binnen onze bibliotheek van ca. 2000 boeken Afrikaanse kunst. Daarbuiten hebben we ca. 30 jaar veilingcatalogi en tijdschriften. De bibliotheek is ingericht in rubrieken.
Onze bibliotheek is toegankelijk op afspraak. Als men een veilingcatalogus wil inzien dan graag vooraf melden welke veiling. In verband met plaatsgebrek staan deze catalogi namelijk verspreid over ons huis.

Bibliotheek.

Dr. Richard Gunkel uit Bilthoven was een van de oprichters van de VVE. Eind mei 1985 is hij op 70-jarige leeftijd overleden. Zijn vrouw en kinderen hebben toen zijn boeken over etnografica aan de VVE geschonken in de hoop dat zij het begin zouden vormen van de ‘Bibliotheek van de Vereniging Vrienden van Ethnografica’(aldus wordt geschreven in Nieuwsbrief 12 van juli/augustus 1985.

In Nieuwsbrief 14 van november/december 1985 wordt opgave gedaan van de inhoud van deze bibliotheek, die dhr. Gunkel kennelijk placht te nummeren met A 1 etc.
Deze was de navolgende in alfabetische volgorde naar auteur.

Boeken (62 stuks):
Abbate, F; African + Oceanic Art (London, 1972), nr. A 32.
Adam, Leonhart; Art Primitif (Paris, 1959), nr. A 38.
Ambesi, A.C; Oceanic Art (London, 1970), nr. A 27.
Arnoldus-Schröder, V; Museum Gerardus van de Leuw (Groningen, 1978), nr. A 50.
Baaren, Th. P. van; Bezielende beelden (Amsterdam, 1962) nr. A. 28.
Bodrogi, Tibor; Afrikanische Kunst (Wien, 1967); nr. A 20.
Bur, B.W; catalogus: The Yoruba and their Gods (London, z.j.) nr. A 49.
Claerhout, Adr. G; catalogus: Het masker (Antwerpen, 1956); nr. A 47.
Cory, H; African Figurines (London, z.j.); nr. A 11.
Croonenburg, J.B. van; catalogus: Kunst uit Afrika (Den Haag, 1971); nr. A 46.
Dark, Philip J.C; Benin Art and Technology (Oxford, 1973); nr. A 23.
De Havenon, G.T; The Havenon Collection (Washington, 1971); nr. A 10.
Duerden, Dennis; African Art (Feltham, 1968); nr. A 13.
Fagg, W en M. Plass; African Sculpture (London, 1966); nr. A 29.
Fagg, W; Congo Basin Tribes (London, 1966); nr. A 42.
Fagg, W; Niger Basin Tribes (London, 1966); nr. A 43.
Fagg, W; Art de l’Afrique Occidentale (Milano, 1967); nr. A 25.
Fagg, W; Art de l’Afrique Centrale (Milano 1967); nr. A 41.
Fagg, W. The Tribal Image (London, 1970); nr. A 3.
Fischer, E + Hans Himmelheber; Die Kunst der Dan (Zürich, 1976); nr. A 9.
Gillon, Werner; Collecting African Art (New York, 1979); A 21.
Gluck, J.F; Afrikanische Masken (Baden-Baden, 1956); nr. A 18.
Gottschalk, B; Die Kunst der Senufo (Heidelberg, 1984); nr. A 14.
Gruyter, Jos de; Het masker (’s-Graveland, 1941); nr. a 75.
Ham, Laurent van; Art and Culture of the Opper-Volta (Rotterdam, 1980) nr. A. 15.
Hansmann, Claus; Masken, Schemen, Larven (München, 1959); nr. A 35.
Himmelheber, Hans; Les Masques Africains (Paris, 1960); nr. A 36.
Hurwitz, J; Uit Oerwoud en Savanne (Rotterdam, 1970); A 30.
Jager Gerlings, J.H.; Schatten uit de Tropen (Utrecht, z.j.); nr. A 33.
Kauffmann, Chr; catalogus: Masques d’Oceanie (Geneve, 1985); nr. A55.
Krieger, Kurt; Afrikanische masken (Berlin, 1960); nr. A 74.
Krieger, Kurt; West-Afrikanische Plastik, delen I + II + III (Berlin 1965); nr. A 1.
Ksutzke, A; Afrikanische Masken, (Stuttgart, 1972); nr. A 31.
Laude, Jean; Les Arts de L’Afrique Noire (Paris, 1966); nr. A 34.
Lemaire, L.M.J.; catalogus: Negerkunst-Zuidzeekunst (Amsterdam, 1946); nr. A 53.
Leuzinger, Elsy; Art de L’Afrique Noire (Paris, 1979); nr. A 40.
Leuzinger, Elsy; Kunst aus Afrika (Recklinghausen, 1971); nr. A 19.
Maessen, Albert; 25 Kunstvoorwerpen uit het Museum van Tervuren (1972); nr. A 7
Menzel, B; Goldgewichte aus Ghana (Berlin, 1968); nr. A 8.
Moni, Franco; African Masks (London 196? ); nr. A 37.
Nicolaisen, J + J. Yde; Afrikanische Kunst (Kopenhagen, 1972); A 16.
Parrinder, G; African Mythology (London, 1967); nr. A 12.
Roy, Claude; Kunst der Naturvölker (Köln, 1959); A 76.
Sannes, G.W; Afrikaanse Primitieven (Lochem, 1968); nr. A 57.
Schädler, K.F; Afrikanische Kunst (München, 1975); nr. A 44.
Schädler, K.F; Afrikanische Kunst in Deutchen Privatsammlungen (München, 1973); nr. A 24.
Schmalenbach, W; Primitive Kunst (München, 1959); nr. A 26.
Segy, Ladislas; African Sculpture (New York, 1958); nr. A 72.
Segy, Ladislas; Masks of Black Africa (New York, 1976); nr. A 2.
Segy, Ladislas; African Sculpture speaks ( New York, 1961, derde druk); nr. A 17.
Sieber, R + A. Rubin; Sculpture of Black Africa – The Paul Tishman Collection (Los Angeles, 1968); nr. A 5.
Sydow, Eckart von; Ahnenkult und Ahnenbild (Berlin, 1924); nr. A 4.
Trigt, F. van; catalogus: Westafrikaanse Kunst (Maastricht, 1972); nr. A 56.
Vissers, Jan; Spreekwoorden in Beeld (Berg en dal, 1982); nr. A 52.
Vossestein, J.E.A. Mens in Beeld (Berg en Dal, 1982); nr. A 45.
Willett, Frank; African Art (London, 1971); nr. A 39.
Willis, James; catalogus: Sculpture of the Batak (San Francisco, 1979); nr. A 54.
Winizki, Ernst; Gesichter Afrikas (Luzern, 1972); nr. A 22.
Witte, Hans; Ifa and Esu (Soest, 1984); nr. A 58.
Witte, Hans; Senoefo (Berg en Dal, 1960); nr. A 49.
Witte, Hans; Achter Spiegels (Berg en Dal, 1981); nr. A 51.
Witte, Hans; Yoruba Symbolism of the Earth. Summary (Groningen, z.j.); nr. A 59. N.B. Mogelijk is dit de Engelse samenvatting uit het Nederlandstalige boek: Symboliek van de Aarde bij de Yoruba, dat in 1982 in Groningen werd uitgegeven.

Veilingcatalogi (12 stuks):
? Art and Ethnography (London, 1983); nr. A 71.
Drouot; Art Nègre (Paris, 1981); nr. A 69.
Drouot; Arts Primitivs (Paris, 1981); nr. A 71.
Enghien; Arts Primitivs (Enghien-Les-Bains, 1984); nr. A 68. (misschien de veiling van 23 juni met expert Alain Schoffel?)
Ketterer, W; Auktion Afrika-Oceanien (München), 7 catalogi uit de jaren 1981–1984 nrs. A 60/67.
Tajan, A.P; Arts Primitifs – collection de madame D. (Paris 1981); nr. A 70.

Nb De meeste veilingcatalogi zijn moeilijk te identificeren nu er geen veilingdata zijn vermeld, en bij de veilingen in huis Drouot niet staat welke veilingbureau’s met welke expert veilen.

23-09-2016: bezoek aan de expositie AFRIKA 010 in het Wereldmuseum

   

Vrijdag 23 september stonden wij, een aantal leden van de V.V.E. en van de vereniging Tribale Kunst & Cultuur, klaar om Paul Faber te volgen. Paul Faber is de maker van de expositie Afrika 010. Paul kent de collectie goed, hij werkte eerder bij het Wereldmuseum. Samen met zijn collega Sonja Wijs zocht hij maandenlang in het depot die stukken uit die een verhaal kunnen vertellen over de ontstaansgeschiedenis van de Afrikacollectie. De collectie is sterk geworteld in Rotterdam en biedt ook inzicht in de onderlinge relatie tussen Afrika en Europa.
In deze expositie dus geen overzicht van de Afrikaanse kunst; de expositie begint in 19e eeuws Rotterdam. De eerste zaal is gewijd aan Hendrik Muller sr., koopman, verzamelaar en in 1883 stichter van het Museum voor Land- en Volkenkunde.  Als directeur van de NAHV, (Nieuwe Afrikaansche Handels-Vennootschap) kreeg hij verschillende etnografische voorwerpen aangeboden. Samen met zijn neef, Elie van Rijckevorsel, werd hij een gedreven verzamelaar. Ook het personeel werd aangemoedigd etnografische voorwerpen te bemachtigen en naar Rotterdam te verschepen. Dat werd het begin van de Afrika collectie van het Wereldmuseum.
Op de expositie hangen schitterende foto’s uit de 19e eeuw en deze geven ons een unieke blik op Afrika in die tijd. Er zijn foto’s van vorsten met hun gevolg, zoals we ze wel kennen, maar er is ook een studioportret van een Afrikaanse dame uit de betere kringen, gezeten op een Europees ogende stoel. De contacten met Europeanen leidden niet alleen tot een uitwisseling van handelswaar, maar komen ook tot uiting in voorwerpen, zoals kookpotten en stoelen die zowel Afrikaanse als Europese kenmerken bezitten.

Het topstuk van het Wereldmuseum, een manshoog masker met een kostuum van vogelveren en een januskop, een Ndunga, is ook opgesteld. De veren verwijzen naar de geestenwereld en wanneer het masker in functie was, boden ze een veilig verblijf aan de in het masker neergedaalde goden. Het werd gebruikt om balans te herstellen en dateert uit 1880.
In een volgende zaal zien we tientallen krachtbeelden (Nkisi). De vitrines laten ook een deel van de rugzijde van de beelden zien en geven zo zicht op de vaak schitterend bewerkte rugzijde. Of op een verborgen bilongo. Vaak is de bilongo verwijderd, maar in het grootste krachtbeeld wat hier te zien is, de Nkisi Nkondi Mangake, is deze nog intact.
In de volgende zalen is o.a. de collectie Piet en Ida Sanders te zien. Deze is, na een periode van onenigheid over de toekomst van de collectie, sinds januari 2016 weer terug in Rotterdam.
Afrika in de 20e eeuw wordt o.a. getoond aan de hand van de schitterende collectie doodskisten uit Ghana. Kane Kwei, een Ghanese houtbewerker ging rond 1960 doodskisten maken die een afspiegeling waren van het leven van de overlevende. Zo kan een man van aanzien een witte Mercedes als doodskist krijgen, en een visser een kist in de vorm van een vis. De mooiste vond ik de doodskist voor een moeder met een groot gezin: een enorme kip met kuikentjes om haar heen.
In de laatste zaal zien we o.a. een serie werken van de in Rotterdam wonende Afrikaanse kunstenaar Meschac Gaba. Hij kreeg de opdracht een serie van 13 architectuurpruiken te maken geïnspireerd op de iconische  architectuur van Rotterdam. We herkennen de Markthal, de Euromast en het nieuwe C.S. Deze “perruques architectures” vormen een symbolische ontmoeting tussen de rijke traditie van Afrikaans haarvlechtwerk en de befaamde moderne Rotterdamse architectuur.

Je zou deze expositie als volgt kunnen samenvatten: de eerste zalen tonen ons wat de Rotterdammers uit Afrika haalden, en beslaan een tijdsperiode van midden 19e tot midden 20e eeuw. De laatste zalen tonen ons wat Afrikanen ons brengen, en beslaan een tijdsperiode van eind 20e eeuw tot heden.

Paul Faber heeft ons zeer uitgebreid en met veel enthousiasme enkele van de vele verhalen vertelt die deze expositie oproepen en ons daarmee een inspirerende middag bezorgd.