Sotheby’s New York 11 mei 2012.
Gezien de fenomenale bedragen die op de laatste veilingen hedendaagse kunst werden gehaald, was iedereen benieuwd of de etnografica mee zouden profiteren van die trend.
Er worden stukken aangeboden uit enkele bekende collecties, nl. die van Lerner, Shoher, Vogel en Muensterberger, waarbij enkele absolute topstukken.
Werner Muensterberger (1913-2011) is geboren bij Dortmund uit een Duitse vader en een Nederlandse moeder. Hij wordt sterk beïnvloed door een familielid langs moederszijde, Eduard von der Heydt, een bankier en kunstverzamelaar. Als aanhanger van de idee van een ‘ars una’ of universele kunst verzamelt hij naast moderne schilderkunst ook Chinese, Indische, Native-Amerikaanse, Oceanische, Indonesische en Afrikaanse kunst. Het onderliggende principe is dat kunst vrij gecreëerd wordt, los van nationale of regionale invloeden. Na de oorlog doneert von der Heydt zijn collectie aan de stad Zurich, waar ze de basis vormt van de collectie van het Museum Rietberg. Zijn schilderijen gaan naar het Stadtmuseum Wuppertal, dat tegenwoordig het Von der Heydt-Museum heet. Bij von de Heydt ontmoet Muensterberger Charles Ratton en Eckart von Sydow, bij wie hij een opleiding in de etnologie volgt. Door het opkomend nazisme verhuist hij naar Basel, waar hij zijn studie afmaakt. In dezelfde periode volgt hij ook een opleiding psycho-analyse in Berlijn, Basel en Amsterdam. In 1939 treedt hij in dienst van het Koninklijk Tropisch Instituut van Amsterdam. Na de oorlog wordt hij curator van het Stedelijk Museum. In 1947 emigreert hij naar Amerika en wordt lector aan de Columbia University en professor aan de State University of New York Medical Center. Na zijn pensionering in 1974 woont hij een tijdje in Londen, maar herneemt dan zijn praktijk als psycho-analiticus in New York tot aan zijn dood. Hij mag o.a. James Dean, Marlon Brando en Danny Kaye tot zijn klanten rekenen. Hij heeft talloze publicaties op zijn naam staan, waarin hij antropologie en kunst vanuit de psycho-analyse bekijkt. Zijn bekendste werken zijn: ‘Sculpture of Primitive Man’,’ Man and his Culture: Psychoanalytic Anthropology after Totem and Taboo’, en ‘Collecting: An Unruly Passion, Psychoanalytic Perspectives’. Dit laatste werk gaat over ons allen, meer bepaald over de drijfveren tot passioneel verzamelen. Zijn eerste aankoop is een Yoruba ruiterfiguur op de Amsterdamse Jodenmarkt. Bij Carel Van Lier koopt hij een grafbeeld uit Madagascar. Verschillende stukken zijn tegenwoordig te zien in bekende musea.
De interesse ging vooral naar 2 loten. Lot 61, een stenen hoofd van de Sapi uit Sierra Leone of Liberia, was geschat op 250.000-350.000 euro. De oorsprong van deze sculpturen is onduidelijk. Zonder uitzondering werden ze per toeval gevonden, bij landbouw activiteiten zoals het graven van een put of het klaar maken van een terrein voor bewerking. De huidige bewoners hebben geen overlevering over het maken van dergelijke beelden. De Mende noemen ze ‘nomoli’, wat zoveel wil zeggen als ‘gevonden geest’. Enkel bij de Kissi is er enige evidentie voor het maken van beelden in steen. Uit analyse met de koolstof-14 methode van houten beelden uit dezelfde streek en periode kwam men uit op een productiedatum tussen 1200 en 1400, dus nog voor de eerste Europese kolonisten in Afrika aankwamen. Het lot werd toegewezen voor 200.000 USD. Lot 62, een Luluwa helmmasker (foto 1), is het absolute topstuk van de veiling met een geschatte waarde van 1.500.000 – 2.500.000 euro. De Luluwa wonen in Centraal – Zuid Kongo, omringd door de Luba, De Kuba en de Chokwe, die hun invloed op hun kunst laten gelden. Bij de Luluwa is schoonheid een concept van fysieke perfectie en morele integriteit. Mooi is terzelfdertijd ook goed. Fysieke schoonheid drukt zich uit in symmetrie, maar ook in schoonheid door de mens zelf gecreëerd, zoals scarificaties. Het masker moet mooi genoeg zijn wil de geest van een voorouder er bezit van nemen. Typisch zijn ook de 2 haarknotjes op het hoofd, die op de plaats van de fontanellen zitten, waar het hoofd als het ware open staat in contact met de buitenwereld. Zij staan voor dubbelzicht, d.i. helderziendheid en de mogelijkheid om het onzichtbare te onderscheiden in de zichtbare omgeving, en om verleden en toekomst te zien in het heden. Op en rond de haarknotjes werd ook ‘bishimba’ aangebracht, stoffen die magische eigenschappen werden toegedicht. Aan de sleetsporen veroorzaakt door zeer veelvuldige beoffering kan worden opgemaakt dat het masker vooral in een rituele context werd gebruikt. De gesloten ogen zijn meer typisch voor de Luba, en komen enkel voor bij vrouwelijke sculpturen. Zij betekenen introspectie en nederigheid. De hamer viel op 2.200.000 USD. Van de 8 kavels werder er uiteindelijk 6 verkocht voor 3.130.250 USD, kosten inclusief.
In de overige aangeboden collecties zaten ook nog meerdere interessante stukken. Lot 69, een figuur van de Bamana foto 2), is bijzonder omwille van de invloed die de sculptuur had op het werk van de kunstenaars van de eerste helft van de 20-ste eeuw, zoals Brancusi. De zig-zag vorm van het lichaam zou verwijzen naar het traject van de zon rond de aarde. Het zou ook verwijzen naar de reizen door hemel en aarde van de held Faro en zijn vrouw Mousi Koroni, die geacht werden zowel complementair als antagonistisch te zijn. Schatting 400-600.000, toegewezen voor 2.300.000 USD. Lot 72, een vrouwelijke Dogon figuur. Er zijn 17 dergelijke beelden bekend, wegens gelijkaardige stijlkenmerken alle toegeschreven aan de zogenaamde Meester van Ogol. Tegenwoordig denkt men meer in de richting van een school van Ogol, eerder dan aan één enkele snijder, omdat er toch ook wel opvallende verschillen zijn. Waarschijnlijk werden ze gebruikt bij begrafenisplechtigheden, als symbool van dood en verrijzenis. Schatting 250-350.000, afgehamerd op 450.000. Lot 81, een zittende vrouwelijke figuur van de Bamana, toegeschreven aan de ‘Master of the Raptor Profile’, ging bij een schatting van 150-250.000 weg voor niet minder dan 650.000. Lot 96, een Baule portretmasker van de Meester van Totokro. Baule maskers zijn gekenmerkt door een uitgesproken naturalisme, en een bewuste maar uitgebalanceerde asymmetrie. Zij drukken schoonheid uit, naast stabiliteit en kalmte. De neergeslagen ogen duiden op introspectie, zoals ook de positie van de armen tegen het lichaam dat doen bij de beelden. De schatprijs van 300-500.000 bleek te hoog gegrepen. Lot 131, een Kota reliekfiguur van het type nbulu-ngulu (foto 3), vond een koper bereid om 850.000 USD neer te tellen. Lot 164, een klein Azande figuurtje in been (foto 4) was dé verassing van de namiddag. Bij een schatting van 40-60.000 bracht het maar liefst 425.000 op. Lot 192 tenslotte, een mannelijk beeld van de Buyu (foto 5) uit Kongo steeg tot 2.200.000 bij een schatting van 600-900.000. Het zijn voorouderbeelden die verwijzen naar een individuele leider. Ze worden in een schrijn bewaard. Bij crisis gaat de clanleider met een paar helpers in het schrijn slapen, en worden er lofzangen en offers gebracht om de tussenkomst van de voorouder te bekomen.
In totaal werden 147 van de 208 loten (70%) verkocht voor een totale som van 14.580.501 USD.
Martin Lagrain
results 1
results 2