Het Luba beeld van de Meester van Warua.
Sotheby’s 15 mei 2015
Met het Luba beeld van de Meester van Warua (lot 107) wordt een van de iconen van de Afrikaanse kunst ter veiling aangeboden. De naam Warua is wellicht niet zo goed gekozen, want dat is gewoon de Arabische uitspraak van het woord Luba. Het beeld is uitzonderlijk in zijn zeldzaamheid en in zijn esthetische kwaliteit.
Er zijn zeer weinig mannelijke beelden bij de Luba. De meeste sculpturen, zoals karyatidestoelen, boogdragers, neksteunen en voorouderbeelden zijn vrouwelijk. Zij werden gemaakt als insignia voor de koningen. Zij werden bewaard in de koninklijke schatkamer en regelmatig met palmolie ingewreven door een vrouwelijke hoogwaardigheidsbekleder. Bij de Luba gaan fysieke en morele schoonheid samen. Ze nemen toe in de loop van het leven, worden als het ware levenslang opgebouwd. Fysieke perfectie weerspiegelt zich in morele perfectie. De sculpturen zijn meestal vrouwelijk om 3 redenen: de vrouw is de draagster van de voortplanting en dus de basis van de maatschappij, de spirituele kracht krijgt de koning – die een man is – van zijn moeder, en tenslotte werd aangenomen dat enkel een vrouwelijk lichaam sterk genoeg was om een geest te bevatten die even groot was als die van de koning. Daarom zijn er zo goed als geen mannelijke beelden. Men denkt dat dit exemplaar afkomstig is van het randgebied van het Lubarijk. De positie van de handen op de buik kan in de richting van de Hemba wijzen.
In een interessante commentaar in de catalogus probeert Heinrich Schweizer, senior vice president van Sotheby’s New York, een verklaring te geven voor de uitmuntende esthetische kwaliteit van het beeld. Hij steunt daarbij op tweeërlei soorten argumenten. Het eerste is de perfectie van de geometrische vormen. Het beeld is opgebouwd uit rechthoeken en ellipsen. Het stuk van de voeten tot de heupen vormt een staande rechthoek, terwijl het stuk van de schouders tot de handen een liggende rechthoek is. De afstand tussen de schouders is precies even lang als de lengte van de benen, en de afstand van de schouders tot de handen precies even lang als de breedte van de benen-rechthoek. Het hoofd wordt gevormd door een verticale ellips, terwijl de ogen een dubbele, liggende ellips vormen. We zien dus in heel het beeld een afwisseling tussen horizontale en verticale vlakken, wat het een zeer gebalanceerde en rust uitstralende structuur geeft. Maar er is meer. Wanneer we een lijn trekken juist boven de ogen, dan is de afstand van het hoofd tot die lijn, en die van de lijn tot aan de kin precies even groot, en die komt ook overeen met de breedte van het gelaat. Wanneer we nu een lijn trekken door de beide oogspleten, en we meten de afstand van het voorhoofd tot die lijn, en die van de lijn tot aan de baard, dan is de verhouding tussen die 2 afstanden precies 1,618. Dit is een getal dat wordt aangeduid met de Griekse letter fi, en dat we kennen als het getal dat de gulden snede, de gouden ratio of de divina proportia wordt genoemd. Het getal vinden we ook terug in een beroemde wiskundige getallenreeks, de Fibonacci reeks. Het is een reeks getallen waar het laatste steeds de som is van de 2
voorgaande (0,1,1,2,3,5,8,13,21,34,55,89…). Welnu, de verhouding tussen 2 getallen uit de reeks ligt steeds in de buurt van de gulden snede. Het was al bekend bij de Egyptenaren en de oude Grieken en Romeinen, maar werd vooral in het daglicht gesteld door Leonardo da Vinci tijdens de Renaissance. Het getal staat voor de mathematisch ideale verhouding. Toegepast op de kunst: hoe dichter de verhoudingen bij de gouden ratio komen, hoe beter de kwaliteit van het werk zou zijn. Schoonheid wordt hier met andere woorden uitgedrukt in een wiskundige formule. Of: hoe dichter de verhoudingen in een kunstwerk bij een wiskundige constante liggen, hoe beter het werk het schoonheidsideaal zal benaderen. Nu is het wel zo dat we schoonheid waarschijnlijk dikwijls associëren met symmetrie. Perfecte verhoudingen vinden we mooi. Er is echter een grote maar: de gulden snede komt weliswaar veel voor in de natuur, in gebouwen en kunstwerken, bij sommige mooie exemplaren van de menselijke soort, maar ze is absoluut niet alomtegenwoordig. Het is niet dé regel in de natuur of de kunst. Voor elk object dat er aan voldoet zijn er honderden andere die dat niet doen. Waarom wordt er dan zo op gefocust? Waarschijnlijk gaat het hier om wat we in de wetenschap ‘bias’ noemen. Je vindt bewijs voor datgene waar je naar op zoek bent, en je negeert hetgeen er niet aan voldoet. Je hebt eigenlijk alleen maar aandacht voor die bewijzen die je eigen hypothese bevestigen (confirmation bias). Daardoor schep je de idee dat alles aan je overtuiging beantwoordt, en hiermee creëer je een vervorming van de werkelijkheid. Sommige kunstwerken voldoen perfect aan de theorie van de gulden snede, gewild of ongewild. De meeste doen dat echter helemaal niet. Om te stellen dat die die het wel doen kwalitatief de beste werken zijn, is wellicht niet één, maar 10 stappen te ver.
Tot besluit kunnen we stellen, dat de benadering van een kunstwerk via de theorie van de gulden snede wellicht een interessante manier is om het werk te bekijken, maar ook niet meer dan dat. Er zijn ongetwijfeld vele andere, en even interessante manieren om dat te doen.
O ja, bijna vergeten: de schatting bedraagt 3 tot 5.000.000 USD!
Martin Lagrain